vrijdag 13 april 2018

Klimaat, wat is dat eigenlijk?

Het klimaat is het gemiddelde weer over een periode van 30 - 40 jaar. Dat wil zeggen dat het klimaat in een bepaald gebied bepaald wordt door het weer dat in de afgelopen 30 jaar in dat gebied geweest is. Het klimaat is dus iets heel anders dan het weer!
Het weer beschrijft hoe de atmosfeer er nu, op dit moment, aan toe is. Het klimaat beschrijft hoe het weer gemiddeld is, over een hele lange tijd genomen. Het weer kan van het ene op het andere uur omslaan ('s ochtends als je opstaat een lekker zonnetje, en zodra je naar school moet fietsen een fikse regenbui) maar het klimaat verandert niet zomaar.



Weerfactoren:

Weerfactoren zijn invloeden die telkens veranderen. De vijf weerfactoren zijn temperatuur, neerslag, bewolking of windkracht én windrichting.

 

Klimaatfactoren:

Bij klimaatfactoren gaat het om factoren die constant aanwezig zijn. Hieronder lees je welke factoren invloed hebben op het klimaat. 

Breedteligging:
Gebieden rond de evenaar zijn door de loodrechte stand van de zon altijd warm. Des te verder je van de evenaar weg gaat, des te kouder het wordt. Je kunt dus zeggen dat de breedteligging van grote invloed is op de temperatuur. In de hogere breedte (de poolstreken) is het dus kouder dan in de lagere breedtes (de tropen).

Hoogteligging:
De hoogteligging heeft ook invloed op de temperatuur. Hoge gebieden zijn koud en gebieden dicht bij de aarde zijn warm. Dit heeft te maken met het opwarmen van de aarde. Omdat onze planeet vanaf onderaf wordt verwarmd, is het boven op een berg vaak een stuk kouder dan wanneer je onder aan de voet van de berg staat.

Land of zee:
De aarde is niet overal hetzelfde. Zo heb je land en zee. De zee neemt hierbij een groter deel in beslag dan het land. Deze verschillen in aardoppervlak zorgen ook voor verschillen in temperatuur. Omdat het land de warmte en kou beter geleid, zullen de temperatuurverschillen boven land groter zijn dan boven zee. Denk maar aan de zomer: de zee is niet in één keer warm, dit gaat geleidelijk.

Aanvoer van kou of warmte / stroming van de zee:
De klimaten worden voor een groot deel bepaald door de stroming van de zee. De zeestromen verplaatsen namelijk het water van het ene naar het andere gebied. Zo verplaatst koud water van het noorden naar het zuiden en kan warm water van de tropen naar de polen stromen.

Ligging gebergte:
De wind heeft veel invloed op het bepalen van de temperatuur. Maar omdat een gebergte veel wind tegenhoudt, werkt het als een soort muur. Zo wordt de stroming van warme of koude lucht tegengehouden. Met als gevolg dat het aan de ene kant van de berg de zon schijnt, terwijl het aan de andere kant regent.